Het rijden
Voor het rijden in dameszadel is het belangrijk dat een rustig paard beschikbaar is. Zo mogelijk een paard met soepele gangen. Er zijn echter maar weinig paarden die zich niet "gedragen" onder dameszadel. Een goed geschoold en in balans gaand paard heeft geen extra training nodig, om in dameszadel te worden gereden.
De zit
Uitgaande van een normale zit met aan beide zijden een been, moet de amazone rechtop zitten met de schouders naar voren gericht. Zij plaatst haar linkerhand op de bovenste kruk en haar rechterhand op de balanssingel. Vervolgens zwaait zij het rechterbeen over de hals van het paard en laat het naar beneden afhangen tegen de linkerschouder, waarbij de tenen naar beneden gericht zijn. Hierbij moet het mogelijk zijn om twee vingers te houden tussen de knieholte en de kruk. De rechterhand mag niet bewegen. Leg nu het linkerbeen gemakkelijk tegen het zadel, terwijl een handdikte blijft uitgespaard tussen het linkerdijbeen en de onderste kruk, met de knie tegen het zadel aan. Hier moeten we verduidelijken, dat bij het rijden in dameszadel, de linkerknie de amazone ondersteunt bij het rechtop blijven in het zadel. Deze opwaartse ondersteuning helpt de amazone rechtop in het zadel te blijven, terwijl een schommelend been alleen maar het evenwicht van de amazone naar links doet afglijden.
De stijgbeugel
De stijgbeugel is bij het rijden in dameszadel, niet bedoeld om op te steunen. Doet men dit wel dan werkt de amazone zich uit het midden van het zadel. De amazone moet enigszins op haar linker zitbeenknobbel zitten, waarbij het gewicht naar rechts wordt overgebracht. Dit om tegenwicht te vormen, voor het gewicht van de twee benen aan de linkerzijde. Sommige zeggen, dat de amazone zich moet voorstellen, dat zij op een punaise zit! Men moet erop letten dit niet te overdrijven, anders zal de amazone naar rechts gaan overhellen, wat evenmin juist is.
De cane
Ter vervanging van het rechterbeen wordt een cane gebruikt. Dit is een rechte harde stok. Met de cane mag niet worden geslagen maar net zoals met het been drukt men op de plek waar normalerwijs de beenhulp wordt gegeven.
Handhouding
De handen komen links en rechts van de rechterknie. De hoogte van de handen hangt af van de oprichting van het paard. De lijn elleboog, hand en paardenmond moet recht zijn, er mag geen knik in zitten. De teugelvoering kan daardoor wat breder zijn dan normaal.